In januari 2015 heeft de
Fietsersbond afdeling Parkstad Limburg een zienswijze ingediend over de ontwerp-Structuurvisie
Heerlen 2035 (zie het bericht op deze weblog van 29 januari 2015). Op 7 juli jl. heeft de
gemeenteraad van Heerlen de ‘Structuurvisie Heerlen 2035’ gewijzigd
vastgesteld. Daarbij heeft de raad tevens gereageerd op de zienswijze van de
Fietsersbond. De zienswijze was aanleiding tot aanpassing van het plan.
Als reactie op de zienswijze
wordt gesteld: “De structuurvisie is niet opgebouwd rond sectorale thema’s als
‘verkeer en vervoer’. Gekozen is voor een integrale aanpak rond een viertal
thema’s die dekkend zijn voor de transitieopgaven van de stad. Desondanks wordt
onderkend dat aandacht voor beleidsveld ‘verkeer en vervoer’ hier en daar te
summier is. Het is nodig de visie op onderdelen aan te vullen met items over
verkeer en vervoer, zowel qua tekst als op kaart, en deze te verbinden met de
transitieopgaven in de stad. Het herstructureren van het fietspadennetwerk
zoals de Fietsersbond bepleit, valt evenwel buiten de reikwijdte van deze
structuurvisie.”
Wat we hebben bepleit is
overigens niet de herstructurering van het fietspaden netwerk zelf, maar een
‘visie te ontwikkelen’ voor het bereiken van een aantal doelstellingen op het
gebied van fietsbeleid.
“De reactie (van de Fietsersbond)
noodzaakt tot aanpassing van de structuurvisie, waarbij:
·
in
de tekst bij vitale stad en centrale stad aandacht wordt besteed aan het aspect
bereikbaarheid. Fietsparkeren is daarbij een aandachtspunt. Dit speelt met name
bij Heerlen Centrum (o.a. gepland in Maankwartier) en de voorzieningenclusters
in de stadsdelen;
·
in
de tekst bij centrale stad aandacht wordt besteed aan het aspect parkeren;
·
in
de tekst bij centrale stad aandacht wordt besteed aan de Buitenring. Het doel
zal worden toegelicht en de aansluitingen aan N281/A76 worden benoemd; en
·
de
hoofdverkeersontsluiting zal worden benoemd.”
Deze aanpassingen zijn in de
zienswijzenota nogal vaag omschreven met ‘aandacht besteden aan’ en
‘aandachtspunten’. Daarbij heeft onze zienswijze blijkbaar geleid tot een
algemenere aanpassing van de aspecten van verkeer en vervoer. Zo hadden ze
blijkbaar meer ‘vergeten’. Want onze zienswijze gaf op zich geen aanleiding tot
een passage over parkeren, de Buitenring en de aansluitingen op de N281
(Antwerpseweg – Keulseweg) en A76.
Concreet wordt de fiets in de
vastgestelde Structuurvisie 2035 nu op 5 plekken genoemd:
·
blz
41: ”Voorzieningenclusters, Brede Maatschappelijke Voorzieningen en
sportclusters dienen goed en veilig bereikbaar te zijn, zowel per auto, per
fiets als per openbaar vervoer, ook voor mindervalide personen. Dat betekent
dat er onder meer goede parkeervoorzieningen aanwezig zijn voor zowel auto’s
als fietsen.”
·
Een
vergelijkbare opmerking op blz. 45: “Ook een goede bereikbaarheid per auto
(incl. parkeren), fiets en openbaar vervoer draagt bij aan de attractiviteit
van Heerlen Centrum.”
·
En
blz. 49: “Ook voor het stallen van fietsen dient voldoende ruimte beschikbaar
te zijn in het centrum. De bestaande voorziening in de Akerstraat wordt straks
uitgebreid met een nieuwe voorziening in het Maankwartier.”
·
Op
het kaartje ‘Verrassende stad’ (blz. 64) staat (nog steeds) een aantal
(recreatieve) fietsroutes. Dat correspondeert met de § Groene verbindingen op
blz. 67: “Veel van de hierboven genoemde groengebieden zijn min of meer losse
structuren. Door deze structuren met elkaar te verbinden ontstaat een groen
netwerk dat het gevoel van Stad en Park uitdraagt en dat tevens kansen biedt
voor het versterken van recreatieve functies, waaronder fiets- en wandelpaden.”
·
In
de § ‘Historische linten’ staat op blz. 69 nog: “De radiaallinten vervullen
vervolgens wel nog een rol voor openbaar vervoer en fietsverkeer richting
centrum”.
Hoewel onze zienswijze tenminste
tot gevolg heeft gehad dat de Structuurvisie Heerlen 2035 ‘aandacht besteed’
aan het fietsen, is het eigenlijk een nogal teleurstellende oogst, die vooral
weinig nieuws bevat. Er wordt een aantal bekende feiten geconstateerd. Maar er
is geen sprake van een ‘visie’ op hoe het fietsen gestalte moet krijgen in
2035. Hoe staat fietsen ten opzichte van andere vormen van mobiliteit en wat
wil men op hoofdlijnen en in de stedenbouwkundige context gaan doen om het
fietsen te bevorderen. Wat fietsen betreft zullen we dus vooral moeten
voortbouwen op ‘normale beleidsdocumenten’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten